Groetjes uit Peru

Hee hallo! Inmiddels is het alweer ruim zes (!) jaar geleden sinds ik voor het laatst iets op deze blog heb geplaatst, maar aangezien ik de komende maanden door Zuid-Amerika zal reizen leek het mij leuk om hier weer een reisverslag te gaan delen. Het plan is als volgt: volgende week vliegen we vanaf de Peruaanse hoofdstad Lima naar Buenos Aires, om met de bus dwars door Argentinië te trekken richting Bolivia, en vervolgens weer terug naar Peru. Ja, weer terug… Want wisten wij veel dat je de tickets van Machu Picchu al maanden van tevoren moet kopen…

Een spontaan avontuur

Op 30 januari vlogen we, geheel ongepland, weer naar Colombia. Sebas en ik waren al sinds juni vorig jaar in Nederland en in afwachting van zijn visum. Dat is een heel ingewikkelde procedure waar je, naast drie examens over de Nederlandse taal, ook allerlei documenten en papieren voor moet verzamelen. Toen ons Portugal-avontuur eind 2023 anders liep dan we hadden verwacht, besloten we om samen een tijdje naar Nederland te gaan. Daar heb ik immers al een appartement en qua werk zijn er ook meer mogelijkheden. Om legaal in Nederland te kunnen verblijven moesten we wel aan de slag voor een partnervisum. Daarvoor moest Sebas examens gaan afleggen op de Nederlandse ambassade in het land van herkomst, Colombia dus. We zochten onderhuurders voor ons appartement in Lissabon en een maand later kwamen we aan in Medellín.

Hij woont daar al jaren niet meer. Op zijn achttiende vertrok hij namelijk en sindsdien is hij slechts enkele keren terug geweest. Na vier jaar als hippie door Zuid-Amerika te hebben gebackpackt, verhuisde hij voor de liefde naar Israël (klinkt bekend in de oren…). We hebben elkaar ontmoet in Tel Aviv, waar we veel gemeenschappelijke vrienden hadden. We woonden allebei, samen met nog zo’n zestig huisgenoten, ruim een jaar in een co-living huis op drie minuten loopafstand van het strand. Het ‘Postel’ bevindt zich in een voormalig postkantoor dat is omgebouwd tot een soort hostel, vandaar de naam. En ja, om gelijk even de meest gestelde vragen te beantwoorden, we hadden allemaal een privékamer en er waren heel veel douches en wc’s. Hoe dan ook, we hebben daar een heel bijzondere tijd gehad met veel kampeertripjes en feestjes. Het Postel had ook een grote tuin en een dakterras waar we veel gebruik van maakten en vaak ging ik twee keer per dag (of zelfs vaker) naar het strand. Eventjes voordat ik begon met werken, en vervolgens rond zonsondergang wanneer veel Postelbewoners zich op het strand verzamelden.

Toen mijn studentenvisum ten einde liep en ook Sebas na zes jaar niet langer in Israël kon blijven, besloten we om samen naar Lissabon te gaan. Daar had Sebas de mogelijkheid om met de baas van het Postel een nieuw co-living huis op te zetten. En ik had na meer dan twee jaar Tel Aviv nog niet zoveel zin om weer in het regenachtige Nederland te wonen, dus mij leek het ook wel wat om Portugal een kans te geven. Ongeveer een maand na uitkomst begon er oorlog in Israël, heviger dan het in lange tijd was geweest. De vijf co-living huizen die de Postel-baas daar heeft in Tel Aviv waren plotseling een stuk minder druk bewoond. Het grootste gedeelte van de bewoners bestaat namelijk uit buitenlanders die flexibel zijn: ze kunnen er snel intrekken en met een opzegtermijn van een week weer vertrekken. In tijden van oorlog ging het voor het Postel allemaal een stuk minder soepel, waardoor investeren in Lissabon geen prioriteit meer was.

Voor het eerst in Colombia

Het plan was om in Lissabon iets te gaan opbouwen en geld te gaan sparen om naar de familie van Sebas te gaan, maar door de veranderde omstandigheden moesten we even schakelen. Gelukkig kon ik met mijn Nederlandse baan nog steeds op afstand verder werken, maar voor Sebas was het een uitdaging om iets anders te vinden en leek de mogelijkheid om eindelijk zijn familie te bezoeken steeds verder weg. Toen de winterperiode eraan kwam en de kans op goed werk steeds kleiner werd, besloten we om het roer om te gooien. Met het laatste spaargeld boekten we een ticket naar Medellín, zodat Sebas daar examens kon gaan doen voor het Nederlandse visum en we geld konden uitsparen door de lagere levenskosten in Colombia.

Na meer dan zes jaar zag Sebas eindelijk zijn familie, een emotioneel weerzien. Een fijne periode van meer dan drie maanden in Colombia volgde. We verbleven lange tijd bij zijn familie, maar reisden ook naar het noorden. Naar Guatapé, Cartagena en Santa Marta, en vervolgens naar Taganga, Tayrona en Minca. In die periode werkte ik vanwege het tijdsverschil de vroege ochtenden terwijl Sebas studeerde voor de examens Begrijpend Lezen, Kennis van de Nederlandse Samenleving en Spreken. Voor mij was het heel bijzonder om het land waar Sebas vandaan komt beter te leren kennen. De verhalen die ik al ruim twee jaar hoorde over zijn familie en vrienden kwamen nu tot leven in de setting waar ik me van tevoren nog niet echt een voorstelling van kon maken. Tegelijkertijd was het ook best intensief om continue te worden omgeven door Spaans, een taal die ik toen slechts af en toe kon begrijpen.

Taalbarrière

In Colombia spreekt bijna niemand Engels, dus ik had weinig andere keus dan, ondanks mijn gebrek aan basiskennis Spaans, toch maar een poging te doen om te communiceren in het Spaans. Ondanks mijn ongemakkelijkheid en gebrek aan vocabulaire, ging het iedere dag een stukje beter. We begonnen ook met het dagelijks kijken naar Colombiaanse telenovela’s (de Zuid-Amerikaanse variant van soapseries) en luisterden veel naar Spaanstalige muziek. Gelukkig is Spaans stukken makkelijker om te leren dan Hebreeuws, want veel woorden zijn af te leiden uit het Engels of het Frans. Wat me écht heeft geholpen is dat ik dagelijks geforceerd werd om te praten. Er was immers geen andere optie als Sebas niet in de buurt was om iets te vertalen. Door dagelijks te blijven proberen en naar woorden te zoeken, merkte ik dat ik de woorden steeds makkelijker kon vinden.

Eigenlijk net zoals het ging met het leren van Hebreeuws: hoe meer ik praatte, hoe sneller ik leerde. Want dat was in het begin nogal een uitdaging toen ik Sebas leerde kennen. Hij sprak alleen Spaans en Hebreeuws, maar vrijwel geen Engels. Ik sprak helemaal 0 Spaans, maar was wel al maanden bezig met een intensieve Hebreeuwse talencursus. Hoewel ik twee keer in de week anderhalf uur les had, kwamen de woorden kwamen nog niet vanzelf. Toen ik Sebas leerde kennen kon ik niet veel meer dan vragen naar hoe zijn dag was. We communiceerden in de beginperiode dus vooral met gebarentaal en wat woorden in het Engels, Spaans of Hebreeuws. Gaandeweg begon ik dagelijks mijn Hebreeuws met hem te oefenen. Na een paar maanden voelde het alsof we zonder problemen lange gesprekken konden voeren. Ik zeg ‘voelde’, want ik weet dat ik nog steeds veel fouten maak en bepaalde woorden weet ik nog steeds niet. Maar we zijn bijna drie jaar verder en het is nog steeds de taal die we dagelijks met elkaar spreken.

Nu Sebas sinds ongeveer een jaar Engels spreekt en ik beter Spaans aan het leren ben, proberen we wel om de taal te wisselen. Het is natuurlijk heel gek dat we allebei weinig meer met Israël te maken hebben en nog steeds Hebreeuws spreken. Makkelijk om zomaar te wisselen is het niet: het heeft wat tijd nodig. Sebas is inmiddels begonnen met het leren van Nederlands en we zijn van plan om langere tijd in Nederland te blijven, dus wie weet wat voor taal het uiteindelijk gaat worden.

Het maakt het in ieder geval voor iedereen een stuk makkelijker als ik Spaans leer en Sebas Nederlands. Het gaat meestal prima hoor, communiceren met familie en vrienden. Maar als je de taal niet spreekt blijft er een barrière. En hoe fijn is het als je die kunt wegnemen. Het leren van een taal geeft je ook meer toegang tot de wereld waar die taal vandaan komt. Bepaalde omschrijvingen en uitdrukkingen komen in iedere taal net iets anders tot zijn recht. Zo is het Hebreeuws heel direct en snel, Spaans expressief en melodisch en het Nederlands nuchter en met veel woorden. Binnen iedere taal heb ik het gevoel haast een andere persoonlijkheid te hebben. Hoe meer Spaans ik leer, hoe beter ik begrijp hoe er gecommuniceerd wordt in het land waar Sebas vandaan komt. Het zal waarschijnlijk nog wel eventjes duren, maar ik ben erg benieuwd hoe de Nederlandssprekende versie van Sebas gaat zijn 🙂

Een punt te weinig

Een mooi bruggetje naar waarom we nu in Zuid-Amerika zitten. Sebas had vorig jaar mei twee van de drie examens met vlag en wimpel gehaald. Voor het Spreekexamen had hij net een punt te weinig. We besloten alsnog de aanvraag in te sturen, omdat je een verzoek tot uitzondering kan aanvragen. We voldeden verder wel aan alle andere eisen en hadden inmiddels ook al een ticket naar Nederland. Het duurde helaas allemaal langer dan gehoopt. Normaal gesproken krijg je binnen drie maanden te horen of je het visum mag ophalen, maar na een maand kregen we het bericht dat het zeventien weken langer zou gaan duren. Oftewel, bijna vier maanden langer dan normaal gesproken het geval zou zijn.

Uiteindelijk kregen we in januari het bericht dat het visum was afgewezen. Ondanks dat we aan alle eisen voldeden, was dat ene punt op het Spreekexamen niet door de vingers te zien. Een teleurstelling natuurlijk, want we hadden gehoopt dat we het visum eindelijk zouden kunnen ophalen en we samen een nieuw hoofdstuk konden beginnen. Nu we een officiële afwijzing hadden, leek het ons niet verstandig om nog langer in Nederland te blijven. Dezelfde dag mailde ik met de ambassade in Bogota voor het inplannen van een herexamen. Die kon drie weken later worden ingepland.

Het roer opnieuw om

Op mijn werk deelde ik het nieuws over het visum van Sebas. Mijn collega’s zijn namelijk ook goed op de hoogte en leven erg mee. Ik vroeg of ik met hem mee mocht gaan naar Colombia, omdat we wellicht het een en ander zouden moeten uitleggen aan de immigratiedienst bij het verlaten van Europa. Er werd positief gereageerd, wat voor mij groen licht was om het praktisch allemaal te gaan regelen.

Diezelfde zaterdag kwamen er twee Italiaanse meisjes over de vloer om ons appartement, dat we het afgelopen jaar flink hebben opgeknapt, te bezichtigen. Het is altijd even afwachten wat voor vlees je in de kuip hebt als je mensen ontmoet via Facebook, maar gelukkig zat het gelijk goed. We stelden een huurcontract op voor zes maanden, van 27 januari tot en met 27 juli. Na het examen kan het namelijk nog een maand of twee duren voordat het resultaat binnen is. Met een goed cijfer kan de aanvraag voor het partnervisum opnieuw worden gedaan, waarna je nog drie maanden moet wachten. In de tussentijd is het wel zo fijn als ik me geen zorgen hoef te maken over de hypotheek.

Precies een jaar later weer terug in Medellìn

Een kleine twee weken na het nieuws over het afgewezen visum zaten we ineens weer in Medellìn. Onverwacht en ongepland. Een gekke gewaarwording, om vanuit de ene realiteit in Nederland naar een andere dagelijkse realiteit in Colombia te springen. Helemaal omdat we vorig jaar ook lange tijd in Colombia hebben doorgebracht en het inmiddels ook voor mij als een bekende thuisbasis voelt. Dat we op precies dezelfde dag landden als het jaar ervoor, versterkte het tijdmachine effect. We liepen weer door dezelfde straten en zagen dezelfde mensen. Was er echt alweer een jaar verstreken?

Deze keer wilden we het examen natuurlijk wel in een keer halen, dus oefenden we samen iedere dag Nederlandse woordjes en zinnen. Op 28 februari was het zover, een nerveuze dag voor ons allebei in Bogota. Na nog geen kwartier stond Sebas alweer buiten, gelukkig met een goed gevoel. Nu was het een kwestie van afwachten. In de tussentijd kon Sebas gelukkig werken voor het familiebedrijf van zijn oom en tante. Op 25 maart kregen we goed nieuws: hij had het examen met een 9 gehaald!

Een paar dagen later verstuurde ik opnieuw de officiële aanvraag met alle benodigde documenten naar het portaal van het IND. Uiterlijk 23 juni krijgen we te horen of Sebas het visum kan ophalen in Bogota. Tot die tijd in Colombia blijven zagen we allebei niet zo heel erg zitten. Vorig jaar hebben we hier al ruim drie maanden doorgebracht en ook deze keer hebben we er al zo’n twee maanden op zitten. Nu we toch aan deze kant van de wereld zitten, kunnen we net zo goed gebruik maken van de mogelijkheid om nog wat andere landen van dit continent te zien.

Veilig door Zuid-Amerika reizen

Het leek mij qua veiligheid altijd een uitdaging om als vrouw door Zuid-Amerika te reizen, maar met Sebas valt die zorg compleet weg. Hij kan probleemloos met iedereen communiceren, zodat het meeste regelwerk soepel verloopt. Het zou allemaal een stuk lastiger zijn als ik zelf met mijn gebrekkige Spaans naar de juiste bus zou moeten vragen of geld zou moeten wisselen. Hoewel ik het af en toe wel probeer, heb ik toch het idee dat de kans dat ik opgelicht word groter is wanneer ze mijn zware accent horen. Sebas mixt moeiteloos met de lokale bevolking, wat ervoor zorgt dat we leuk contact hebben met de mensen hier en ik blindelings kan volgen.

We zijn nu net iets meer dan twee weken in Peru, een land dat ook weer heel anders is dan Colombia. Voor het grootste gedeelte bestaat Peru uit woestijn en bergen. De steden zijn een stuk minder ontwikkeld dan in Colombia en een groot deel van de bevolking stamt zichtbaar af van de van oorsprong inheemse indianenbevolking. Dat Peruaans eten invloeden heeft uit de Aziatische keuken komt door migratiegeschiedenis. Vooral Chinese en Japanse immigranten hebben een grote invloed gehad op de Peruaanse eetcultuur. Zo is Ceviche een bekend gerecht, een combinatie van rauwe vis, zoete aardappel en mais.

Alles is ook nog eens een stuk goedkoper. We hebben een budget van 15 euro per dag, exclusief overnachtingen, bus- en vliegreizen. Zo kan er tijdens het reizen zelfs nog maandelijks gespaard worden 🙂 Voor overnachtingen rekenen we maximaal 18 euro per nacht, maar vaak zitten we eronder en betalen we rond de 11 à 13 euro.

Door verschillende ervaringen met reizen en werken heb ik gemerkt dat ik het beste functioneer als we rustig reizen, het liefst alleen op dagen dat ik vrij ben. Vanwege het tijdsverschil begin ik ’s ochtends om 5 uur. Dat klinkt misschien heel vroeg, maar ik vind het heerlijk rustig en ben inmiddels gewend aan het ritme. Het fijne is dat ik rond een uur of 1 mijn laptop dicht kan klappen en kan genieten van een vrije middag en avond. We gaan dan meestal uit lunchen en hebben de tijd om iets van de nieuwe plek te zien. De avond is meestal niet zo lang, want rond een uur of 9 zijn we allebei wel een beetje uitgeteld.

We begonnen ons avontuur in Peru dus in Lima, waar we vijf dagen hebben doorgebracht. Hoewel het niet een stad is waar veel te beleven is, hebben we ons toch goed vermaakt. Vooral het lekkere eten was een hoogtepunt. Het was fijn om een paar dagen te hebben om te wennen aan een nieuw land. We hebben veel gewandeld door de stad en verbleven in een goede wijk vlak bij de zee. Toeristen waren hier in geen velden of wegen te bekennen, maar wij genoten van de lokale markten en eettentjes. De wijken Miraflores en Barranco zijn wel een stuk toeristischer. Je vindt er kleurrijke muurschilderingen en mooie koloniale gebouwen. Al met al was het een prima begin van onze reis. Na vijf dagen namen we de bus naar Huaraz, een bergdorpje wat 11 uur reizen van Lima ligt. We kwamen aardig verreist aan, maar onderweg konden we ook genieten van de prachtige woestijn- en berglandschappen.

Het hoogtepunt was de hike naar Laguna Churup, een van de vele bergmeren in het door gletsjers omgeven Huaraz. Stipt om 6 uur ’s ochtends stonden we klaar op de hoek van de straat van ons hostel, waar bus 15 ons naar het startpunt buiten het dorp zou brengen. De eerste bus negeerde ons hevige gezwaai en geroep, maar gelukkig kwam er niet veel later nog een bus 15 aangereden. Na een rit van een half uur werden we afgezet aan het begin van een lang en steil pad. Volgens de buschauffeur was het een makkelijke hike en zou het zo’n 3 uur duren voordat we het meer zouden bereiken. Na een soepel begin, bleek er toch nog een hele klim verscholen aan het einde van het netjes aangelegde pad. De uitzichten waren prachtig, begrijp me niet verkeerd, maar met mijn hoogtevrees heb ik af en toe wel mijn angsten moeten onderdrukken. Tot drie keer toe bestond het ‘pad’ uit metalen kettingen aan rotsen waaraan je jezelf moest ophijzen om naar boven te komen. Hoe dan ook, ik was blij toen we eenmaal boven waren 🙂 De flinke wandeling werd beloond door een prachtige uitzicht op een helderblauw meer en witte bergtoppen.

Inmiddels zijn we in Huanchaco, een klein badplaatsje in de buurt van de grotere stad Trujillo. De laatste week voor onze vlucht naar Buenos Aires nemen we vooral de tijd om even rustig aan te doen en te genieten van de zee. De afstanden in Peru zijn groot, dus heel veel tijd (of zin) hebben we niet om nog meer lange busreizen te gaan doen. Wanneer we terugkomen in juni willen we nog naar het Titicameer, Arequipe en Cusco. De drie plekken die we tot nu toe in Peru hebben bezocht waren in ieder geval stuk voor stuk erg de moeite waard!

Machu Picchu

De belangrijkste reden om naar Peru te gaan was om Machu Picchu te bezoeken. Het lijkt mij heel bijzonder om naar deze unieke plek te gaan, het staat al jaren op mijn bucketlist. Aangezien we van tevoren zelden iets voorbereiden wanneer we op reis gaan, kwamen we er pas bij aankomst in Lima achter dat je voor de Machu Picchu minstens twee maanden van tevoren kaartjes moet kopen. Dat was even een tegenvaller, want we wilden de komende drie maanden goed gebruiken om te reizen en twee maanden Peru is wat aan de lange kant. Er was een optie om met een georganiseerde tour mee te gaan, maar alle organisaties maken heel slim gebruik van het gebrek aan tickets zodat onvoorbereide reizigers als ons geen andere keus hebben dan het betalen van 300 dollar.

Dat vonden we een beetje zonde van ons geld, dus besloten we om ons plan om te gooien. We kochten wel vast tickets voor 21 juni, voor 30 dollar per persoon. Niet alleen is het dan de verjaardag van Sebas, maar het is ook de eerste dag van de zomer, oftewel de viering van het Inca-zonnefeest ‘Inti Raymi’ in de Andes regio. Dat schijnt een bijzondere gebeurtenis te zijn, dus een mooie periode om daar te zijn.

Onze reisplanning

Onze reisstijl is vrij intuïtief en langzaam, want we houden ervan om spontaan te kunnen beslissen waar we zin in hebben en nemen graag de tijd voor iedere plek. Via Google flights begon ik me een beetje te oriënteren op buurlanden. Waar zouden we goedkoop naartoe kunnen vliegen? We keken naar Bolivia, Paraguay en Uruguay, maar uiteindelijk kwam Argentinië als winnaar uit de bus. Per persoon was het maar 115 euro voor een enkeltje.

Vanaf Buenos Aires hebben we nu zes weken de tijd om door Argentinië naar Bolivia te reizen. Vervolgens komen we dan halverwege juni weer in Peru, zodat we na Machu Picchu weer terug naar Colombia kunnen vliegen. Een heel avontuur, waar we allebei veel zin in hebben! Helemaal nu onze tickets naar Buenos Aires geboekt zijn.

Deze eerste blog in lange tijd is uiteindelijk een flinke lap tekst geworden, maar ik wilde graag ook een beetje context geven en uitleggen waarom we hier zijn. Laat het me weten als je tips hebt voor een van de genoemde bestemmingen, we proberen ze graag uit! 🙂 Tot de volgende blog!

6 gedachtes over “Groetjes uit Peru

  1. Wat fantastisch om je update te lezen, Roos en Sebas. Ik ben weer helemaal bij. Wat een mooie reis maken jullie en er wordt ook nog gewerkt! En super dat jullie nu in de eind fase van Sebas zijn visum zitten, gefeliciteerd! Liefs Kitty

    Like

  2. Lieverds, hoe bijzonder weer om mee te kunnen leven/reizen met jullie. En die lap tekst… het kan mij niet lang genoeg zijn. Trots op hoe jullie het doen, wat jullie bereiken! Liefs xxx

    Like

  3. Hi Roos,
    Wat een geweldig verhaal! Wij hebben het natuurlijk wel deels meegekregen maar als je het zo achter elkaar leest dan is het een groot avontuur en zo mooi dat je dit kunt combineren met je werk!
    Ik wens jullie nog heel veel mooie ervaringen toe en wij spreken elkaar snel weer.
    Dikke kus en knuffels
    Pap🤗😘😘

    Stuurman, Rob
    Service Level Manager
    +31 653391904
    rob.stuurman@kpn.com
    NW FN Fixed Property Services


    Like

Geef een reactie op rob.stuurman@kpn.com Reactie annuleren